ECLI:NL:CRVB:2016:3089
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring beroep wegens termijnoverschrijding in WAO-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 augustus 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat zijn uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) had ingetrokken. De rechtbank had het beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaard omdat de termijn voor het indienen van het beroepschrift was overschreden en deze overschrijding niet verschoonbaar was. De appellant was in detentie en had in die periode geen zaakwaarnemer aangesteld om zijn belangen te behartigen. De Raad oordeelde dat de appellant, ondanks zijn omstandigheden, in staat had moeten zijn om tijdig een beroepschrift in te dienen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. De Raad concludeerde dat de appellant niet voldoende had onderbouwd dat hij door omstandigheden in de kliniek niet in staat was om zijn belangen te behartigen. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.