ECLI:NL:CRVB:2016:3067
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.B.J. van der Ham
- J.T.H. Zimmerman
- J.H.M. van de Ven
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens niet-woning in gemeente en gezamenlijke huishouding
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Appellante ontving sinds 16 september 1991 bijstand, maar na een anonieme fraudemelding werd een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstand. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellante sinds 1 juni 2010 niet meer in de gemeente Nieuwegein woonachtig was en een gezamenlijke huishouding voerde met haar partner B. Het dagelijks bestuur van de Dienst Werk en Inkomen Lekstroom heeft daarop de bijstand van appellante ingetrokken en de gemaakte kosten van bijstand teruggevorderd.
De rechtbank Midden-Nederland heeft het beroep van appellante gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten. Appellante ging in hoger beroep tegen deze uitspraak. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het dagelijks bestuur niet bevoegd was om de bijstand over de periode van 1 juni 2010 tot 1 februari 2011 terug te vorderen. De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd en het bestreden besluit in die zin herroepen. Tevens is het dagelijks bestuur opgedragen om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen met betrekking tot de terugvordering.
De Raad heeft ook de kosten van appellante vergoed, die in totaal € 2.089,32 bedragen, en het dagelijks bestuur moet het griffierecht van € 118,- aan appellante vergoeden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep op 26 april 2016.