ECLI:NL:CRVB:2016:3002
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van ziekengeld op basis van geschiktheid voor arbeid na ziekte
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 augustus 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van ziekengeld aan appellant door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellant, die als commercieel medewerker binnendienst werkte, had zich op 14 januari 2013 ziek gemeld vanwege rugklachten en psychische klachten, en later ook darmklachten. Het Uwv had appellant per 16 augustus 2013 geschikt verklaard voor zijn arbeid, wat leidde tot de beëindiging van zijn ziekengeld. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had het beroep van appellant tegen deze beslissing ongegrond verklaard.
In hoger beroep herhaalde appellant zijn klachten en voerde aan dat zijn gezondheidssituatie niet goed was beoordeeld. De Raad oordeelde dat het Uwv de gezondheidssituatie van appellant niet had onderschat en dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat appellant per 16 augustus 2013 geschikt was voor zijn arbeid. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat de aangevallen uitspraak moest worden bevestigd.