Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) inzake haar recht op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Appellante, die als horecamedewerker werkte, is sinds 21 november 2007 uitgevallen door buikklachten. Het Uwv heeft in eerdere besluiten vastgesteld dat appellante op verschillende momenten niet arbeidsongeschikt genoeg was voor een WIA-uitkering. Na een melding van verslechtering van haar gezondheid in 2011, heeft het Uwv opnieuw beoordeeld en geconcludeerd dat appellante geen recht had op een uitkering. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak het beroep van appellante gegrond verklaard, maar het Uwv heeft in een nieuw besluit de eerdere conclusies bevestigd. In hoger beroep heeft appellante medische gronden aangevoerd, waarbij zij stelde dat onvoldoende rekening is gehouden met haar psychische en lichamelijke klachten. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld. De Raad onderschrijft de bevindingen van de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige en oordeelt dat er geen reden is om te twijfelen aan de medische beoordeling van appellante. Het hoger beroep van appellante wordt afgewezen, en het verzoek om schadevergoeding wordt eveneens afgewezen. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.