ECLI:NL:CRVB:2016:2967
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- K.J. Kraan
- M. Kraefft
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag van een ambtenaar wegens plichtsverzuim
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 augustus 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag. De appellant, werkzaam bij het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Avalex, was eerder op 29 september 2014 onvoorwaardelijk ontslagen wegens plichtsverzuim. De Raad oordeelt dat er geen reden is om te twijfelen aan de verklaring van de appellant tijdens het hoorgesprek met het recherchebureau Pinkerton, dat was ingeschakeld om onregelmatigheden bij het brengstation te onderzoeken. De Raad concludeert dat de appellant zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig plichtsverzuim door het toestaan dat een burger goederen van Avalex heeft meegenomen en dat hij hier financieel voordeel uit heeft gehaald. De Raad bevestigt dat de opgelegde straf van onvoorwaardelijk ontslag niet onevenredig is aan het gepleegde plichtsverzuim, vooral gezien het feit dat de appellant eerder al was gewaarschuwd voor vergelijkbaar gedrag. De Raad wijst de argumenten van de appellant af, waaronder de claim van intimidatie tijdens het hoorgesprek, en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.