ECLI:NL:CRVB:2016:2926
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanvraag bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen en de gevolgen van het niet tijdig aanleveren van gegevens
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 juli 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland. De rechtbank had eerder, op 11 september 2015, het beroep van appellant ongegrond verklaard. Appellant had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van een koelkast, gasfornuis, wasmachine, stroomstrijkijzer en stofzuiger. Het dagelijks bestuur van de Sociale Dienst Oost Achterhoek had deze aanvraag echter niet in behandeling genomen, omdat appellant verzuimd had om binnen de gestelde termijn de benodigde gegevens aan te leveren. Dit betrof onder andere een brief van de Stadsbank Oost Nederland en bankafschriften over een bepaalde periode.
De Centrale Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het dagelijks bestuur niet verplicht was om appellant te horen voordat de aanvraag buiten behandeling werd gelaten. De Raad benadrukte dat de aard van de aanvraag om bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen meebrengt dat het dagelijks bestuur de gevraagde gegevens nodig had om te kunnen vaststellen of appellant over voldoende middelen beschikte en of er sprake was van een voorliggende voorziening. De Raad merkte op dat appellant in plaats van bezwaar en hoger beroep ook een nieuwe aanvraag had kunnen indienen, waarbij hij alsnog de noodzakelijke gegevens had kunnen overleggen. Dit zou sneller tot een inhoudelijk oordeel hebben geleid.
De uitspraak is openbaar gedaan en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De griffier en de voorzitter hebben de uitspraak ondertekend, waarmee de beslissing officieel is vastgelegd.