ECLI:NL:CRVB:2016:287
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.E. Bakker
- G. van Zeben-de Vries
- P. Vrolijk
- Rechtspraak.nl
Toekenning loongerelateerde WGA-uitkering en geschiktheid van functies in verband met medische beperkingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering aan belanghebbende, die als voorman/elektromonteur werkzaam was. Belanghebbende viel op 26 oktober 2009 uit voor zijn werk door hartklachten en vroeg op 5 juni 2011 een WIA-uitkering aan. Het Uwv weigerde deze uitkering aanvankelijk, maar na bezwaar werd de uitkering alsnog toegekend. Appellante, de werkgever van belanghebbende, ging in beroep tegen deze beslissing, waarbij de rechtbank Den Haag de medische beoordeling van het Uwv als zorgvuldig beschouwde. De Centrale Raad bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat de verzekeringsarts voldoende gemotiveerd had waarom de beperkingen van belanghebbende, met betrekking tot hoge werkdruk en fysiek zware werkzaamheden, niet konden worden opgeheven. De Raad concludeerde dat de arbeidsdeskundige terecht had vastgesteld dat de functie van voorman niet geschikt was voor belanghebbende, gezien de stressvolle omstandigheden van de functie. De Raad oordeelde dat er geen nieuwe medische gegevens waren die de eerdere conclusies konden ondermijnen, en bevestigde de beslissing van de rechtbank dat de WIA-uitkering terecht was toegekend.