Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
NK
DECISION
groupe d’assurés.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. Appellante, woonachtig in Marokko, had een nabestaandenuitkering op basis van de Algemene nabestaandenwet (ANW) aangevraagd na het overlijden van haar echtgenoot op 17 april 2014. De aanvraag werd afgewezen door de Sociale verzekeringsbank (Svb) omdat de echtgenoot op de dag van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW. De rechtbank heeft het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
Appellante voerde in hoger beroep aan dat zij recht had op de uitkering omdat haar echtgenoot een AOW-pensioen ontving en zij zich in een slechte financiële situatie bevond. Tevens gaf zij aan bereid te zijn om premies voor de vrijwillige verzekering te betalen. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW. Het feit dat hij een AOW-pensioen ontving, leidde niet tot verplichte verzekering voor de ANW.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.