ECLI:NL:CRVB:2016:284
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.E. Bakker
- G. van Zeben-de Vries
- P. Vrolijk
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid en geschiktheid van functies in het kader van de WIA
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft de beoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante, die een WGA-uitkering ontving. De Raad heeft vastgesteld dat de mate van arbeidsongeschiktheid ongewijzigd is vastgesteld op 35 tot 45%. De rechtbank heeft de deskundige, die door haar was geraadpleegd, gevolgd in zijn oordeel dat er geen aanleiding was voor verdergaande beperkingen dan die in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) zijn vastgelegd. De geselecteerde functies zijn in medisch opzicht als geschikt aangemerkt voor appellante, ondanks haar klachten van lipo-lymfoedeem en carpaal tunnelsyndroom (CTS).