ECLI:NL:CRVB:2016:283
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.E. Bakker
- G. van Zeben-de Vries
- P. Vrolijk
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering en beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. Appellante, die sinds 18 augustus 2008 arbeidsongeschikt is door long-, gewrichts- en interne klachten, heeft in 2010 en 2012 aanvragen ingediend voor een WIA-uitkering, die door het Uwv zijn afgewezen. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv bij de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid terecht is uitgegaan van de praktische schatting, waarbij rekening is gehouden met de feitelijke verdiencapaciteit van appellante. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Raad heeft deze uitspraak bevestigd. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat haar beperkingen zijn onderschat en dat zij niet meer dan 20 uur per week kan werken. De Raad oordeelt echter dat de combinatie van haar aandoeningen niet leidt tot een grotere urenbeperking dan door het Uwv is vastgesteld. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.