ECLI:NL:CRVB:2016:2822
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Buiten behandeling laten aanvraag bijstandsverzoek wegens onvolledige gegevensverstrekking
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak betreft een aanvraag voor bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) door appellanten, die op 26 november 2013 is ingediend. Het college van burgemeester en wethouders van Gilze en Rijen heeft de aanvraag buiten behandeling gelaten omdat appellanten niet alle gevraagde bankafschriften hebben ingeleverd. Het college had appellanten verzocht om voor 9 december 2013 nadere gegevens in te leveren, waaronder bankafschriften van de laatste zes maanden. Na een herhaalde oproep om de gegevens in te leveren, heeft het college op 23 december 2013 besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat de ingeleverde gegevens onvoldoende waren voor een goede beoordeling van de aanvraag.
De rechtbank heeft het beroep van appellanten tegen dit besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep hebben appellanten aangevoerd dat zij tijdig alle gevraagde bankafschriften hebben overgelegd. De Raad heeft echter vastgesteld dat de ingeleverde bankafschriften niet de volledige gevraagde periode besloegen en dat er alleen afschrijvingen zichtbaar waren, zonder bijschrijvingen. De Raad heeft geoordeeld dat het college bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te stellen op basis van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat de verstrekte gegevens onvoldoende waren voor de beoordeling van de aanvraag.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat appellanten niet hebben aangetoond dat zij redelijkerwijs niet in staat waren om de gevraagde gegevens tijdig te verstrekken. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.