ECLI:NL:CRVB:2016:280
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.E. Bakker
- G. van Zeben-de Vries
- P. Vrolijk
- Rechtspraak.nl
Weigering van een IVA-uitkering op basis van niet-duurzame arbeidsongeschiktheid volgens de Wet WIA
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een IVA-uitkering aan appellant, die zich volledig en duurzaam arbeidsongeschikt achtte. Appellant, die sinds 2006 met psychische klachten uitgevallen was, had eerder een WGA-uitkering ontvangen. Het Uwv had vastgesteld dat zijn arbeidsongeschiktheid niet duurzaam was, wat appellant betwistte. De rechtbank Limburg had eerder geoordeeld dat het Uwv terecht had besloten dat appellant op 1 januari 2013 niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was. De Centrale Raad bevestigde deze uitspraak, waarbij werd benadrukt dat de verzekeringsarts voldoende zorgvuldig had gehandeld en dat er een redelijke verwachting was dat appellant met de juiste behandeling zijn belastbaarheid zou kunnen verbeteren. De Raad oordeelde dat de inschatting van de verzekeringsarts over de duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid correct was en dat er geen aanleiding was voor een IVA-uitkering. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.