ECLI:NL:CRVB:2016:266

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
21 januari 2016
Publicatiedatum
21 januari 2016
Zaaknummer
14/6992 MAW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beperking van kennisneming van een selectieverslag in het bestuursrecht

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beperking van de kennisneming van een selectieverslag. Appellant, vertegenwoordigd door mr. P.M. Groenhart, heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de Minister van Defensie om het volledige selectieverslag niet openbaar te maken. De minister heeft aangevoerd dat het selectieverslag vertrouwelijke informatie bevat die de privacy van de kandidaten in gevaar kan brengen. Appellant betwistte deze beperking en stelde dat hij recht heeft op inzage in de scores van de kandidaten, met name die van kandidaat [naam 1].

De Raad heeft overwogen dat de privacy van kandidaat [naam 1] niet zwaarder weegt dan het belang van appellant bij het verdedigingsbeginsel. De Raad oordeelde dat appellant alleen zijn standpunt kan onderbouwen als hij inzage krijgt in de beoordeling van kandidaat [naam 1]. Voor de andere kandidaten heeft appellant geen belang aangetoond, waardoor de privacy van deze kandidaten wel een gewichtige reden vormt voor beperking van de kennisneming. De Raad heeft besloten dat de beperking van kennisneming voor bepaalde passages in het selectieverslag gerechtvaardigd is, maar voor het overige niet.

De beslissing is genomen door W.J.A.M. van Brussel, met B. Fotchind als griffier. De Raad heeft de aanbiedingsbrief en het selectieverslag teruggestuurd naar de minister, zodat deze het selectieverslag opnieuw gedeeltelijk kan indienen als processtuk.

Uitspraak

14/6992 MAW
Datum uitspraak: 21 januari 2016
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Beslissing op het verzoek om toepassing van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht in het hoger beroep tegen de beslissing van 23 september 2014 en de uitspraak van
6 november 2014, 14/3364, van de rechtbank Den Haag (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Minister van defensie (minister)
PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. P.M. Groenhart hoger beroep ingesteld.
De korpschef heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 september 2015. Omdat het onderzoek niet volledig is geweest, is het heropend. De minister is verzocht het volledige niet geanonimiseerde selectieverslag van de sollicitatieprocedure met functiecode [nummer code] toe te zenden.
Bij brief van 2 november 2015 heeft de minister het selectieverslag ingezonden met het verzoek om met toepassing van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) te bepalen dat alleen de Raad van dit verslag kennis mag nemen.

OVERWEGINGEN

1. Ingevolge artikel 8:29, eerste lid, van de Awb kunnen partijen, indien daarvoor gewichtige redenen zijn, de bestuursrechter meedelen dat uitsluitend hij kennis zal mogen nemen van stukken. De bestuursrechter dient ingevolge 8:29, derde lid, van de Awb te beslissen of de beperking van de kennisneming gerechtvaardigd is.
2. De minister heeft aangevoerd dat de gevraagde beperking van de kennisneming noodzakelijk is, omdat het selectieverslag personeelsvertrouwelijke informatie bevat. Uit een geanonimiseerd selectieverslag zou eenvoudig kunnen worden afgeleid over welke personen dit gaat. Alle kandidaten voor de functie zijn elkaars directe collega. Zodra de beoordelingen van de verschillende selectiecriteria per kandidaat bekend worden, zullen deze onderling worden vergeleken. Dit geldt voor zowel de negatief als de positief beoordeelde criteria. Het zou onverstandig zijn en niet bevorderlijk voor het werkklimaat om deze informatie openbaar te maken.
3. Volgens appellant is beperking van de kennisneming van het volledige selectieverslag niet gerechtvaardigd. Appellant wil de verschillende scores zelf kunnen vergelijken, met name de scores van kandidaat [naam 1]. Appellant is van oordeel dat hij hoger zou moeten scoren dan kandidaat [naam 1], omdat hij langer in dienst is en beschikt over meer ervaring.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.
Het selectieverslag bevat, naast informatie over het functioneren van appellant, informatie over het functioneren van de vier andere kandidaten in de functie van [naam functie]. In beginsel levert laatstbedoelde informatie een gewichtige reden op voor de beperking van de kennisneming van het selectieverslag.
4.2.
Het bestreden besluit berust op een relatieve ranking aan de hand van de scores van de kandidaten, zoals opgenomen in het selectieverslag. Appellant heeft zich op het standpunt gesteld dat hem een hogere score toekomt dan kandidaat [naam 1]. Voor appellant is het alleen mogelijk dit standpunt te onderbouwen wanneer hij inzage krijgt in de beoordeling van kandidaat [naam 1], zoals vastgelegd in het selectieverslag. Onder deze omstandigheden weegt de bescherming van de privacy van kandidaat [naam 1] niet op tegen het belang van appellant bij inachtneming van het verdedigingsbeginsel. Daarbij is van belang dat in het selectieverslag uitsluitend informatie over het functioneren is opgenomen en geen andere informatie die de privacy van kandidaat [naam 1] raakt.
4.3.
Voor de passages in het selectieverslag over kandidaat [naam 1] ontbreken dan ook gewichtige redenen voor beperkte kennisneming, zodat beperking van de kennisneming hiervan niet gerechtvaardigd is.
4.4.
Ten aanzien van de andere kandidaten heeft appellant geen standpunt ingenomen, zodat hij geen belang heeft bij kennisneming van wat over hen in het selectieverslag is opgenomen. De bescherming van de privacy van deze kandidaten levert daarom een gewichtige reden op voor beperkte kennisneming van het selectieverslag waar het gaat om hun functioneren. Het verzoek om beperking van de kennisneming wordt dan ook toegewezen voor wat betreft de passages op pagina 3 inzake kandidaat [naam 2] en de passages op pagina 5 tot en met 7 inzake de kandidaten [naam 3] en [naam 4]. Het verzoek wordt eveneens toegewezen voor wat betreft paragraaf 4.3, de tabel met de samenvatting van de scores, voor wat betreft de scores van de kandidaten [naam 2], [naam 3] en [naam 4]. Tot slot wordt het verzoek toegewezen voor wat betreft de passage over kandidaat [naam 4] onder het kopje 6. Advies op pagina 8 en de passage over kandidaat [naam 2] op pagina 9,
regel 3 tot en met 6.
4.5.
De Raad zal de aanbiedingsbrief van 2 november 2015 en het selectieverslag naar de minister terugsturen, teneinde hem in de gelegenheid te stellen het selectieverslag opnieuw gedeeltelijk als processtuk in te zenden.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bepaalt dat de beperking van een deel van het selectieverslag gerechtvaardigd is, zoals weergegeven onder 4.4.
Voor het overige is de gevraagde beperking van de kennisneming niet gerechtvaardigd.
Deze beslissing is genomen door W.J.A.M. van Brussel, in tegenwoordigheid van B. Fotchind als griffier, op 21 januari 2016.
(getekend) W.J.A.M. van Brussel
(getekend) B. Fotchind

HD