ECLI:NL:CRVB:2016:2636

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
13 juli 2016
Publicatiedatum
13 juli 2016
Zaaknummer
14-7173 AWBZ
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de toekenning van AWBZ-zorg aan appellante op basis van medische adviezen

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft de aanvraag van appellante voor een indicatie op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) voor de functies Persoonlijke verzorging en Begeleiding. Het CIZ had de aanvraag van appellante afgewezen, omdat er volgens hen geen medische redenen waren die zouden aantonen dat appellante niet in staat was om haar persoonlijke verzorging zelfstandig te verrichten. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.

Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat er een zorgvuldige medische beoordeling achterwege is gebleven en dat haar psychische beperkingen fors zijn, wat een negatieve invloed heeft op haar dagelijks leven. De Raad heeft echter geoordeeld dat het CIZ zijn besluitvorming heeft kunnen baseren op het medisch advies van 29 april 2014, dat zorgvuldig tot stand is gekomen. De medisch adviseur had dossierstudie verricht en informatie van de huisarts van appellante betrokken. De Raad concludeert dat appellante niet voor AWBZ-zorg in aanmerking komt, omdat zij geen medische gegevens heeft overgelegd die aantonen dat haar beperkingen ernstiger zijn dan door de huisarts is aangegeven.

De Raad heeft ook het behandelplan van NOAGG Centrum voor Transculturele Geestelijke Gezondheidszorg beoordeeld, maar dit leidde niet tot een andere conclusie. Uiteindelijk bevestigt de Raad de eerdere uitspraak van de rechtbank en wordt er geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken.

Uitspraak

14/7173 AWBZ
Datum uitspraak: 13 juli 2016
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de mondelinge uitspraak van de rechtbank
Midden-Nederland van 2 december 2014, 14/3177 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)

CIZ

PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft mr. B. Arabaci, advocaat, hoger beroep ingesteld.
CIZ heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 april 2016. Voor appellante is verschenen mr. Arabaci. CIZ heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J.E. Koedood.
Mr. Arabaci heeft ter zitting een nader stuk in gediend.

OVERWEGINGEN

1. De Raad gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
1.1.
Bij besluit van 12 mei 2014 (bestreden besluit) heeft CIZ het bezwaar van appellante tegen het besluit van 21 november 2013, waarbij CIZ de aanvraag van appellante voor een indicatie op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) voor de functies Persoonlijke verzorging en Begeleiding heeft afgewezen, ongegrond verklaard. Daaraan is het rapport van de medisch adviseur van CIZ van 29 april 2014 ten grondslag gelegd. Het bestreden besluit berust op het standpunt dat er geen medische redenen zijn waarom appellante niet in staat is haar persoonlijke verzorging zelfstandig te verrichten en dat de beperkingen van appellante op het gebied van psychisch functioneren, psychosociaal welbevinden en de sociale redzaamheid licht zijn. Zo de beperkingen ernstiger zouden zijn dan door de huisarts van appellante is aangegeven, is GGZ-behandeling vooralsnog voorliggend op AWBZ-zorg. Begeleiding groep voor dagbesteding omdat appellante sociaal geïsoleerd is, valt in de sfeer van de Wet maatschappelijke ondersteuning en niet van de AWBZ.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
3. Appellante heeft zich in hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak gekeerd. Appellante heeft aangevoerd dat een zorgvuldige medische beoordeling achterwege is gebleven omdat haar psychische beperkingen fors zijn en deze een negatieve invloed op haar dagelijks leven hebben. Appellante kampt al een aantal jaar met psychische klachten die blijvend van aard zijn en waarvoor geen behandelmogelijkheden meer zijn. Appellante is op Persoonlijke verzorging en Begeleiding aangewezen en heeft de Raad verzocht om een deskundige in te schakelen.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.
De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat CIZ zijn besluitvorming heeft kunnen baseren op het medisch advies van 29 april 2014. Niet is gebleken dat het advies op niet zorgvuldige wijze tot stand is gekomen of onjuist is. De Raad voegt hier aan toe dat de medisch adviseur dossierstudie heeft verricht en daarbij informatie van de huisarts van appellante heeft betrokken. De medisch adviseur heeft geconcludeerd dat er geen reden is voor een andere behandeling dan waarin door de huisarts wordt voorzien. Medische gegevens die aannemelijk maken dat de beperkingen ernstiger zijn en waaruit blijkt dat niet kan worden volstaan met de door de huisarts gegeven behandeling, heeft appellante niet overgelegd. De rechtbank heeft daarom met juistheid geoordeeld dat CIZ terecht heeft geconcludeerd dat appellante niet voor AWBZ-zorg in aanmerking komt. Onder deze omstandigheden bestaat er geen aanleiding om een deskundige te benoemen.
4.2.
Het ter zitting overgelegde behandelplan van NOAGG Centrum voor Transculturele Geestelijke Gezondheidszorg van 11 maart 2015 bevat een behandelplan en leidt niet tot een andere conclusie dan onder 4.1 verwoord.
4.3.
Uit 4.1 en 4.2 volgt dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak zal worden bevestigd.
5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door J.P.A. Boersma, in tegenwoordigheid van J.C. Borman als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 13 juli 2016.
(getekend) J.P.A. Boersma
(getekend) J.C. Borman

NK