ECLI:NL:CRVB:2016:2490
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning van ANW-nabestaandenuitkering en verzekeringsstatus van de echtgenoot
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 juni 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aanvraag van appellante voor een nabestaandenuitkering op basis van de Algemene nabestaandenwet (ANW). De echtgenoot van appellante, die in Marokko woonde en op 4 juli 2013 is overleden, was ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd voor de ANW, noch vrijwillig. De Raad heeft vastgesteld dat de echtgenoot van appellante niet verzekerd was volgens de Nederlandse wetgeving, omdat hij niet in Nederland werkte en ook niet verzekerd was onder de Marokkaanse wetgeving. De aanvraag van appellante voor de nabestaandenuitkering was eerder door de Sociale verzekeringsbank (Svb) afgewezen, wat door de rechtbank Amsterdam werd bevestigd. Appellante voerde aan dat de afwijzing ernstige financiële gevolgen had voor haar en haar kinderen, maar de Raad oordeelde dat de Svb niet verplicht was om de uitkering toe te kennen, gezien de dwingendrechtelijke bepalingen van de wet. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.