ECLI:NL:CRVB:2016:2489
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de medische grondslag voor arbeidsongeschiktheid in het kader van de Algemene nabestaandenwet
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarin haar beroep tegen de weigering van de Sociale verzekeringsbank (Svb) om een nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW) toe te kennen, ongegrond werd verklaard. Appellante, geboren in 1955, had een nabestaandenuitkering aangevraagd na het overlijden van haar echtgenoot op 12 oktober 2012 en stelde dat zij arbeidsongeschikt was. De Svb had het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ingeschakeld om de arbeidsongeschiktheid van appellante te onderzoeken. Het Uwv concludeerde dat appellante niet arbeidsongeschikt was, ondanks haar fysieke beperkingen, en dat zij in staat was om haar geselecteerde functies uit te oefenen.
Na een aantal onderzoeken en een hoorzitting, waarin appellante werd gehoord en medische informatie werd verzameld, heeft de Svb haar bezwaar tegen de weigering van de uitkering ongegrond verklaard. De rechtbank heeft in haar uitspraak geen reden gevonden om te twijfelen aan de juistheid van het oordeel van het Uwv. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat haar beperkingen, met name door artrose, zijn onderschat en dat de functies medisch niet geschikt zijn.
De Centrale Raad van Beroep heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht geen reden heeft gevonden om te twijfelen aan de medische grondslag van het Uwv. De informatie van de behandelend sector, waaronder die van reumatoloog L. Hendriks, is betrokken bij het onderzoek. De Raad concludeert dat appellante in staat is om arbeid te verrichten, rekening houdend met haar beperkingen, en dat er geen objectieve medische gegevens zijn overgelegd die de vastgestelde functionele mogelijkheden in twijfel trekken. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.