ECLI:NL:CRVB:2016:2426
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening door schending van inlichtingen- en medewerkingsverplichting
In deze zaak heeft appellante op 8 augustus 2013 een aanvraag om bijstand ingediend op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Naar aanleiding van deze aanvraag heeft het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen een onderzoek ingesteld naar de woon-, leef- en inkomenssituatie van appellante. Appellante werd uitgenodigd voor een intakegesprek op 10 oktober 2013, maar heeft dit gesprek voortijdig verlaten. Tijdens het gesprek gaf appellante aan dat ze niet voldoende geld in de parkeermeter had gedaan en dat ze op tijd op de school van haar dochter moest zijn voor een optreden. Ondanks de waarschuwingen van de casemanagers dat haar afwezigheid zou leiden tot een afwijzing van haar aanvraag, heeft appellante de spreekkamer verlaten en is ze niet teruggekeerd.
Het college heeft vervolgens de aanvraag afgewezen en het reeds verstrekte voorschot teruggevorderd, omdat appellante haar wettelijke inlichtingen- en medewerkingsverplichting had geschonden. De rechtbank Limburg heeft het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat ze niet kon voorzien dat het gesprek langer zou duren dan verwacht en dat ze niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor het afbreken van het gesprek.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat appellante had moeten begrijpen dat het gesprek noodzakelijk was voor het vaststellen van haar recht op bijstand. De Raad heeft vastgesteld dat appellante door weg te lopen uit het gesprek relevante vragen onbeantwoord heeft gelaten, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. Het hoger beroep is afgewezen en de aangevallen uitspraak is bevestigd. Tevens is het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.