ECLI:NL:CRVB:2016:2406
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake AWBZ zonder nieuwe feiten of veranderde omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 juni 2016 uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 24 september 2014. De verzoekers, de erven van [betrokkene] te [woonplaats], vroegen om herziening van de uitspraak ECLI:NL:CRVB:2014:3125, omdat zij van mening waren dat de bezwaartermijn op een andere wijze moest worden berekend. De Centrale Raad oordeelde dat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die aanleiding gaven om de eerdere uitspraak te herzien. De Raad benadrukte dat voor herziening van een onherroepelijke uitspraak feiten en omstandigheden moeten worden aangedragen die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden en die niet eerder bekend waren. De verzoekers konden niet aantonen dat hun argumenten, die betrekking hadden op de berekening van de bezwaartermijn, voldoende nieuw of relevant waren om tot een andere uitspraak te komen. Het verzoek om herziening werd dan ook afgewezen. De uitspraak werd gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van J.W.L. van der Loo als griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.