ECLI:NL:CRVB:2016:2322
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.B.J. van der Ham
- J.T.H. Zimmerman
- J.H.M. van de Ven
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake schadevergoeding en causaal verband in het kader van de Wet werk en bijstand
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Appellante ontving bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en verzocht om ontheffing van haar arbeidsverplichtingen, omdat zij niet in staat was om deel te nemen aan trajecten en sollicitaties. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft haar verzoeken afgewezen, wat leidde tot een juridische procedure. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak het college opgedragen om een nieuwe beslissing te nemen, maar het college heeft het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De rechtbank heeft vervolgens het beroep van appellante tegen deze afwijzing gegrond verklaard en het college veroordeeld tot schadevergoeding van € 300,- voor immateriële schade. In hoger beroep heeft appellante gesteld dat deze schadevergoeding niet voldoende is en heeft zij een aanzienlijk hoger bedrag geëist. De Centrale Raad van Beroep heeft in deze uitspraak geoordeeld dat er geen causaal verband is tussen de beweerdelijk geleden schade en het onrechtmatige besluit van het college. De Raad heeft vastgesteld dat de schade niet het gevolg is van het gebrek in het besluit, aangezien het college het besluit later heeft ingetrokken en de gewraakte zinsnede heeft verwijderd. De rechtbank had al voldoende compensatie geboden voor de onrust en frustratie die appellante heeft ervaren. Het hoger beroep van appellante is dan ook afgewezen en de eerdere uitspraak is bevestigd.