ECLI:NL:CRVB:2016:2306
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Buiten behandeling stellen aanvraag om bijstand op basis van onvoldoende gegevens
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin de aanvraag van appellant om bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) buiten behandeling is gesteld. Appellant had op 19 november 2014 een aanvraag ingediend, maar het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam verzocht hem om aanvullende gegevens met betrekking tot zijn restaurant in Guinee. Appellant heeft echter geen relevante documenten kunnen overleggen, omdat hij stelde dat er geen bedrijfspand of huurcontract was, maar dat het om ambulante handel ging. Het college heeft de aanvraag buiten behandeling gesteld op basis van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat de gevraagde gegevens niet waren verstrekt.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat het college onterecht om gegevens heeft gevraagd die niet bestaan. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat het college terecht de aanvraag buiten behandeling heeft gesteld, omdat appellant niet in staat was om de gevraagde informatie te verstrekken. De Raad heeft vastgesteld dat de verklaring van appellant tijdens het intakegesprek correct was weergegeven en dat hij niet de benodigde gegevens heeft aangeleverd om zijn aanvraag te onderbouwen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.