Uitspraak
drs. P.M.S. Slagter.
OVERWEGINGEN
25 januari 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BV1958. Voor zover appellante een (resterend) deel van het teruggevorderde bedrag heeft terugbetaald, is ingevolge artikel 4:102, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht de wettelijke rente over dat bedrag verschuldigd vanaf de dag dat feitelijk onverschuldigd is betaald. Daarbij geldt dat na afloop van een jaar het bedrag waarover de wettelijke rente wordt berekend, dient te worden vermeerderd met de over dat jaar verschuldigde rente. De wettelijke rente loopt tot aan de dag van de algehele voldoening van het onverschuldigd terugbetaalde bedrag.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van 15 juli 2014;
- herroept het besluit van 11 april 2014;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het besluit van 15 juli 2014;
- veroordeelt de minister tot vergoeding aan appellante van wettelijke rente zoals onder 4.3 van deze uitspraak is vermeld;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 1.984,-;
- bepaalt dat de minister aan appellante het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 168,- vergoedt.