Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot het vergoeden van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 mei 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de rechtmatigheid van de afwijzing van een ziekengelduitkering aan appellant, die zich ziek had gemeld wegens rugklachten en later ook psychische klachten. Appellant, werkzaam als Tig-lasser, meldde zich op 12 oktober 2010 ziek. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) concludeerde dat appellant na de voorgeschreven wachttijd vanaf 9 oktober 2012 geen recht had op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Appellant had in 2013 tijdelijk arbeid hervat, maar meldde zich opnieuw ziek in 2013 vanwege psychische klachten. Het Uwv stelde vast dat appellant per 8 december 2014 geen recht meer had op ziekengeld, wat door appellant werd bestreden.
De rechtbank Noord-Nederland verklaarde het beroep van appellant ongegrond. In hoger beroep voerde appellant aan dat hij leed aan een ernstige depressieve stoornis en PTSS, waarvoor hij onder behandeling was. De Raad beoordeelde of de verzekeringsartsen voldoende zorgvuldig hadden gehandeld en of hun conclusies over de geschiktheid van appellant voor arbeid juist waren. De Raad oordeelde dat de verzekeringsartsen voldoende informatie hadden verzameld en dat hun rapportages inzichtelijk en gemotiveerd waren. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.