ECLI:NL:CRVB:2016:1806
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake doorbetaling vaste lasten aan Essent en uitvoering afspraken
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, die op 5 juni 2015 het beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden ongegrond verklaarde. Appellant ontving bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) en had afspraken gemaakt met de gemeente over de betaling van zijn vaste lasten aan Essent. De gemeente droeg zorg voor de betaling van deze lasten, maar appellant maakte bezwaar tegen een betalingsachterstand die door Essent was gemeld. Het college verklaarde het bezwaar ongegrond, stellende dat het zich aan de gemaakte afspraken had gehouden. De rechtbank bevestigde dit oordeel, waarop appellant in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting op 4 april 2016 was appellant niet aanwezig, maar het college werd vertegenwoordigd door J. Boonstra. De Raad voor de Rechtspraak heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen. De Raad concludeerde dat het college inderdaad op juiste wijze uitvoering heeft gegeven aan de afspraken met appellant. Appellant had verzocht om herziening van de afspraken en meldde complicaties bij de uitbetaling van de bijstand, maar de Raad vond geen aanleiding om van het oordeel van de rechtbank af te wijken. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.