ECLI:NL:CRVB:2016:1749
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het recht op ziekengeld na beëindiging van het dienstverband en medische geschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 mei 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de rechtmatigheid van de beëindiging van het recht op ziekengeld van appellant. Appellant, die als engineer elektronica werkte, had zich op 30 juli 2012 ziek gemeld vanwege longklachten. Na een aantal onderzoeken door verzekeringsartsen werd vastgesteld dat hij per 18 november 2013 geschikt was voor zijn werk. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft vervolgens besloten dat appellant geen recht meer had op ziekengeld, wat door de rechtbank Gelderland werd bevestigd. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat onvoldoende rekening is gehouden met zijn psychische klachten, maar de Raad oordeelde dat er geen nieuwe medische informatie was die de eerdere conclusies van de verzekeringsartsen zou ondermijnen. De Raad concludeerde dat het Uwv op goede gronden had vastgesteld dat appellant geen recht meer had op ziekengeld en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. Tevens werd het verzoek om vergoeding van wettelijke rente afgewezen en werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken.