ECLI:NL:CRVB:2016:1732
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.M.G. Hink
- J.T.H. Zimmerman
- J.H.M. van de Ven
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening wegens onvoldoende duidelijkheid over woon- en leefsituatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 mei 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant had op 22 augustus 2013 een aanvraag voor bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) ingediend, maar zijn aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Gouda. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat appellant onvoldoende duidelijkheid had verschaft over zijn woon- en leefsituatie. Het college had onderzoek gedaan naar de woon- en leefsituatie van appellant, waarbij medewerkers op verschillende momenten huisbezoeken hebben afgelegd. Tijdens deze bezoeken werden inconsistenties in de verklaringen van appellant geconstateerd, vooral met betrekking tot de aanwezigheid van een andere persoon, K, in de woning. De rechtbank had het beroep van appellant tegen de afwijzing ongegrond verklaard, waarna appellant in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. De Raad concludeerde dat appellant niet voldoende duidelijkheid had verschaft over zijn woon- en leefsituatie, wat noodzakelijk is om recht op bijstand vast te stellen. De Raad oordeelde dat de inconsistenties in de verklaringen van appellant niet konden worden verklaard door taalproblemen, aangezien hij de vragen in het Nederlands had begrepen en in het Engels had geantwoord. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en volledigheid in de informatie die aan de bijstandsverlenende instanties wordt verstrekt.