ECLI:NL:CRVB:2016:1681
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake weigering WIA-uitkering en beëindiging ziekengeld met betrekking tot appellante
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraken van de rechtbank Limburg, die haar beroepen tegen de besluiten van het Uwv ongegrond verklaarden. De Centrale Raad van Beroep heeft op 4 mei 2016 uitspraak gedaan. Appellante was werkzaam als verzorgende C en meldde zich op 25 januari 2010 ziek vanwege psychische klachten. Het Uwv concludeerde dat zij per 21 januari 2013 minder dan 35% arbeidsongeschikt was en geen recht had op een WIA-uitkering. Appellante heeft betoogd dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek onzorgvuldig was en dat er onvoldoende rekening is gehouden met haar beperkingen. De Raad heeft vastgesteld dat de verzekeringsgeneeskundige onderzoeken zorgvuldig zijn uitgevoerd en dat alle relevante medische informatie is meegewogen. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat appellante per 21 januari 2013 in staat was om de geselecteerde functies te vervullen en dat zij per 24 juli 2014 geen recht had op ziekengeld. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en wijst het hoger beroep af.