Uitspraak
OVERWEGINGEN
.
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand door appellanten, die sinds 1998 bijstand ontvangen op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Appellanten hebben in 2014 een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van stoffering en dubbele huur na hun verhuizing naar een grotere woning. Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen heeft deze aanvraag afgewezen, omdat de verhuizing niet noodzakelijk was. De rechtbank Gelderland heeft het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. Appellanten hebben hoger beroep ingesteld, maar het college heeft na de zitting bijzondere bijstand voor de kosten van een bankstel toegekend, waardoor appellanten geen belang meer hadden bij het hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat de kosten van stoffering en dubbele huur niet als noodzakelijke kosten kunnen worden aangemerkt, omdat de verhuizing een keuze was en er geen medische noodzaak of urgentieverklaring was. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep voor het overige niet-ontvankelijk.