ECLI:NL:CRVB:2016:1665
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstand en terugvordering voorschotten door college van burgemeester en wethouders van Rotterdam
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 mei 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam. De appellant had op 9 juli 2013 een aanvraag om bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) ingediend, maar het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft deze aanvraag op 22 november 2013 afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat appellant onvoldoende inlichtingen had verstrekt, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. Daarnaast heeft het college de verstrekte voorschotten van in totaal € 3.575,31 teruggevorderd.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant bij zijn aanvraag geen melding heeft gemaakt van een ontvangen schadevergoeding van € 80.000,- en een lening bij een familielid. Deze informatie kwam pas naar voren tijdens de bezwaarprocedure. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen de bestreden besluiten ongegrond verklaard, waarop appellant in hoger beroep ging. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat appellant niet heeft voldaan aan zijn inlichtingenverplichting, waardoor het college niet kon vaststellen of hij in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerde. De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.