ECLI:NL:CRVB:2016:1663
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.C.R. Schut
- Y.J. Klik
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake intrekking en terugvordering bijstandsuitkering op basis van onduidelijke financiële situatie en eigendom van een appartement
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraken van de rechtbank Amsterdam, waarbij de rechtbank de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft bevestigd. Appellant ontving samen met zijn echtgenote bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Naar aanleiding van een anonieme tip dat appellant voltijds werkte en een appartement in Turkije had gekocht, heeft de Dienst Werk en Inkomen (DWI) een onderzoek ingesteld. Dit leidde tot de opschorting van de bijstand en uiteindelijk tot de intrekking van de bijstand per 6 juni 2013, omdat appellant en zijn echtgenote niet alle gevraagde informatie hadden verstrekt. Het college vorderde ook de ten onrechte ontvangen bijstand terug. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij recht heeft op bijstand, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat hij niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat hij aan de voorwaarden voor bijstand voldoet. De Raad bevestigt de eerdere uitspraken van de rechtbank, omdat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij, indien hij aan zijn inlichtingenverplichting had voldaan, recht op bijstand zou hebben gehad. De Raad concludeert dat de onduidelijkheid over de eigendomssituatie van het appartement en de waarde ervan, samen met de schending van de inlichtingenverplichting, een rechtsgrond vormen voor de intrekking van de bijstand.