ECLI:NL:CRVB:2016:165
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- J.F. Bandringa
- W.F. Claessens
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van bijzondere bijstand voor computerkosten in het kader van de Wet werk en bijstand
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen, die bijzondere bijstand voor de kosten van een computer had afgewezen. Appellant ontving op het moment van de aanvraag algemene bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) en had de computer nodig voor administratieve handelingen en sollicitaties. De aanvraag voor bijzondere bijstand werd echter afgewezen omdat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat de kosten noodzakelijk waren en hij niet voldeed aan de criteria voor bijzondere bijstand zoals vastgesteld in de richtlijn van het college.
De rechtbank Rotterdam had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat appellant niet tot de doelgroepen van bijstandsgerechtigden behoorde die in aanmerking komen voor bijzondere bijstand voor de aanschaf van een computer. Bovendien werd vastgesteld dat appellant geen re-integratietraject volgde waarvoor een computer noodzakelijk was. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling tot schadevergoeding of proceskosten.