ECLI:NL:CRVB:2016:1645

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
29 april 2016
Publicatiedatum
4 mei 2016
Zaaknummer
13/6143 WIA-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van uitspraak inzake griffierecht door de Centrale Raad van Beroep

Op 29 april 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep onder zaaknummer 13/6143 WIA-R. Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 25 september 2015. In de oorspronkelijke uitspraak was ten onrechte niet vermeld dat van de appellant, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, griffierecht moest worden geheven. De Raad heeft beide partijen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op het voornemen tot rectificatie, maar beide partijen hebben van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.

In de rectificatie heeft de Raad vastgesteld dat er een vergissing was gemaakt in de beslissing, waarbij niet was opgenomen dat er een griffierechtbedrag van € 478,- moest worden geheven van de appellant. De Raad heeft besloten deze vergissing te herstellen door de uitspraak van 25 september 2015 aan te passen. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl, en er is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak aan de rectificatie gehecht.

De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter R.E. Bakker, met de leden G. van Zeben-de Vries en P. Vrolijk. De griffier M.D.F. de Moor was aanwezig bij de uitspraak, die openbaar is uitgesproken op de genoemde datum.

Uitspraak

13/6143 WIA-R
Datum uitspraak: 29 april 2016
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 25 september 2015, 13/6143 WIA
Partijen:
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, (appellant)
[betrokkene] te [woonplaats] (betrokkene)
PROCESVERLOOP
De Raad heeft vastgesteld dat in de beslissing van zijn uitspraak van 25 september 2015 ten onrechte niet is opgenomen dat van appellant griffierecht moet worden geheven.
De Raad heeft daarin aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over het voornemen van de Raad om de uitspraak te rectificeren.
Beide partijen hebben van die gelegenheid geen gebruik gemaakt.

OVERWEGINGEN

1. In de beslissing staat ten onrechte niet vermeld dat van appellant een griffierechtbedrag van € 478,- wordt geheven.
2. De Raad zal de onder 1 vermelde vergissing herstellen door de uitspraak van 25 september 2015 in even vermelde zin te rectificeren.
3. Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 25 september 2015, 13/6143 WIA, door middel van de toevoeging in de beslissing van de volgende bepaling:
- bepaalt dat van appellant een griffierecht van € 478,- wordt geheven.
Deze uitspraak is gedaan door R.E. Bakker als voorzitter en G. van Zeben-de Vries en
P. Vrolijk als leden, in tegenwoordigheid van M.D.F. de Moor als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 29 april 2016.
(getekend) R.E. Bakker
(getekend) M.D.F. de Moor

AP