ECLI:NL:CRVB:2016:160
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.G.M. Simons
- B.J. van de Griend
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Disciplinair strafontslag wegens plichtsverzuim door ontvreemding van rijkseigendommen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellant, werkzaam bij het Commando, werd beschuldigd van plichtsverzuim door het ontvreemden van rijkseigendommen, waaronder plastic zakjes, zeep en andere materialen. De minister van Defensie had hem disciplinaire straf van ontslag opgelegd na een strafrechtelijk onderzoek door de Koninklijke Marechaussee, waarbij appellant op heterdaad werd betrapt met goederen van Defensie. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant ongegrond, waarna hij in hoger beroep ging.
De Raad oordeelde dat de minister op goede gronden had vastgesteld dat appellant zich schuldig had gemaakt aan de verweten gedragingen. Appellant had in verhoren verklaard dat hij gedurende twintig jaar zonder toestemming spullen van zijn werk had meegenomen. Ondanks zijn betoog dat hij onder druk had verklaard, oordeelde de Raad dat er geen bewijs was dat zijn verklaringen niet vrijwillig waren afgelegd. De Raad concludeerde dat de opgelegde disciplinaire straf van ontslag niet onevenredig was, gezien de ernst van het plichtsverzuim en het langdurige niet-integer gedrag van appellant. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.