ECLI:NL:CRVB:2016:1576
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.E. Bakker
- P. Vrolijk
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering op basis van medische en arbeidskundige beoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 april 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om haar WIA-uitkering te weigeren. Appellante, die als algemeen medewerkster werkte, had zich op 11 april 2011 ziek gemeld vanwege lichamelijke en psychische klachten. Na een aanvraag voor een WIA-uitkering heeft de verzekeringsarts, psychiater H. Kondakçi, een expertise uitgevoerd en geconcludeerd dat appellante lijdt aan een aanpassingsstoornis met een gemengde stoornis van emoties en gedrag. De verzekeringsarts stelde beperkingen vast, maar oordeelde dat appellante per 8 april 2013 in staat was om haar maatgevende arbeid te verrichten. Het Uwv heeft vervolgens vastgesteld dat appellante geen recht had op een WIA-uitkering.
Appellante heeft in bezwaar en beroep betwist dat haar beperkingen slechts mild zijn en heeft een rapport van psychiater M. Kazemier ingebracht, waarin een majore depressieve stoornis werd vastgesteld. De rechtbank heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarbij werd overwogen dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de verzekeringsarts rekening had gehouden met relevante informatie van behandelende artsen.
In hoger beroep heeft de Raad de eerdere gronden van appellante gehandhaafd, maar oordeelde dat de rechtbank terecht de medische grondslag van het bestreden besluit heeft onderschreven. De Raad concludeerde dat de beoordeling van het Uwv zorgvuldig was en dat er geen aanleiding was voor een onafhankelijk deskundigenonderzoek. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.