ECLI:NL:CRVB:2016:1543
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens betrokkenheid bij hennepkwekerij
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellanten, die betrokken zouden zijn bij een hennepkwekerij. De Centrale Raad van Beroep heeft op 26 april 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De appellanten ontvingen bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en woonden op een adres in Deventer waar een hennepkwekerij werd aangetroffen. De politie ontdekte op 19 april 2012 een in werking zijnde hennepkwekerij met 624 planten en illegale stroomafname. Het college van burgemeester en wethouders van Deventer heeft op basis van deze bevindingen de bijstand van appellanten ingetrokken en de gemaakte kosten teruggevorderd. Appellanten hebben in hoger beroep betwist dat zij betrokken waren bij de hennepkwekerij en hebben aangevoerd dat de schuur waarin de kwekerij was aangetroffen niet tot hun perceel behoort. De Raad heeft echter geoordeeld dat het college terecht heeft geconcludeerd dat appellanten betrokken waren bij de hennepkwekerij, onderbouwd door bewijs van illegale stroomafname en andere feiten. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij het beroep van appellanten ongegrond werd verklaard. De Raad oordeelt dat de betrokkenheid van appellanten bij de hennepkwekerij vaststaat en dat de intrekking en terugvordering van de bijstand gerechtvaardigd zijn.