ECLI:NL:CRVB:2016:1487
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- L. Koper
- R.P.T. Elshoff
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake toekenning WGA-uitkering en geschiktheid van functies voor appellant met arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, waarin het beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond werd verklaard. Het Uwv had vastgesteld dat appellant recht had op een loongerelateerde WGA-uitkering per 7 november 2012, met een arbeidsongeschiktheid van 78%. Appellant betwistte de zorgvuldigheid van het verzekeringsgeneeskundig onderzoek en stelde dat er onvoldoende rekening was gehouden met zijn psychische en fysieke klachten, waaronder een chronische depressieve stoornis en ernstige rugklachten. Hij voerde aan dat de beperkingen die in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) waren vastgesteld, niet adequaat waren en dat hij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten zoals door de rechtbank vermeld, overgenomen en beoordeeld of het Uwv terecht had geoordeeld dat appellant niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was. De Raad concludeerde dat de verzekeringsarts zorgvuldig had gehandeld en dat de door appellant ingediende gronden niet voldoende waren om aan de juistheid van de vastgestelde beperkingen te twijfelen. De Raad bevestigde dat de functies die aan de schatting ten grondslag lagen, medisch geschikt waren voor appellant, en dat er geen reden was om te oordelen dat de beperkingen onvoldoende waren. De uitspraak van de rechtbank werd dan ook bevestigd, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.