ECLI:NL:CRVB:2016:1407
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijstandsverlening en maatregelen bij onvoldoende gebruik van re-integratietraject
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 april 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Appellante, die bijstand ontving op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), had bezwaar gemaakt tegen maatregelen die door het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom waren opgelegd. Deze maatregelen betroffen een verlaging van de bijstand met 40% voor de duur van één maand en later voor twee maanden, omdat appellante niet of onvoldoende gebruik had gemaakt van een aangeboden re-integratietraject. De Raad heeft vastgesteld dat appellante meerdere keren niet is verschenen bij het traject en dat er geen medische belemmeringen waren die deelname aan het traject in de weg stonden. De Raad oordeelde dat de opgelegde maatregelen terecht waren, omdat appellante niet had aangetoond dat zij door ziekte niet in staat was om deel te nemen aan het traject. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en wees de verzoeken om schadevergoeding af. De beslissing benadrukt de verplichtingen van bijstandsontvangers om gebruik te maken van aangeboden voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling.