ECLI:NL:CRVB:2016:1376
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- P.W.J. Hospel
- Rechtspraak.nl
Toekenning van en overgang naar de LFNP-functie en de betekenis van de transponeringstabel
In deze zaak gaat het om de toekenning van en overgang naar de LFNP-functie voor een appellant die werkzaam was bij de politie. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Limburg, die het beroep van de appellant ongegrond had verklaard. De appellant was werkzaam op de afdeling Gezamenlijke Recherche en had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de korpschef over zijn toekomstige LFNP-functie. De Raad oordeelt dat de transponeringstabel, die gebruikt is bij de toekenning van functies, niet als een algemeen verbindend voorschrift kan worden aangemerkt, maar dat er wel een zwaarwegende betekenis aan moet worden gehecht. De Raad stelt vast dat de korpschef bij het nemen van besluiten over de toekenning van LFNP-functies mag uitgaan van de toepassing van de regels die in de tabel zijn opgenomen.
De appellant heeft aangevoerd dat de matching in strijd is met de Regeling en dat het resultaat onhoudbaar is. De Raad oordeelt dat de appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat de matching niet conform de Regeling is geschied. De Raad wijst erop dat het proces van matching in samenspraak met het Georganiseerd Overleg in Politieambtenarenzaken heeft plaatsgevonden en dat de uitkomst van dit proces niet eenvoudig kan worden bestreden. De Raad concludeert dat de motivering van de korpschef voor de toekenning van de LFNP-functie aan de appellant voldoende is en dat er geen aanleiding is om het resultaat van de matching onhoudbaar te achten.
Uiteindelijk bevestigt de Centrale Raad van Beroep de aangevallen uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep van de appellant ongegrond. Er wordt geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken.