ECLI:NL:CRVB:2016:1364
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag wegens onvoldoende financiële duidelijkheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarin de afwijzing van een bijstandsaanvraag door het college van burgemeester en wethouders van Midden-Drenthe werd bevestigd. Appellant, die bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had zijn bijstandsaanvraag opnieuw ingediend na een eerdere intrekking van zijn bijstand. Het college had de aanvraag afgewezen omdat appellant onvoldoende duidelijkheid had gegeven over zijn financiële situatie en de werkzaamheden die hij verrichtte. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond. In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat appellant niet aan zijn inlichtingenverplichting had voldaan. De Raad oordeelde dat het college de aanvraag terecht had afgewezen, omdat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.