ECLI:NL:CRVB:2016:1254
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- J.N.A. Bootsma
- M.C.D. Embregts
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de geschiktheid van een politieambtenaar en de ontvankelijkheid van bezwaar
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De appellant, een politieambtenaar, had bezwaar gemaakt tegen een beoordeling van zijn functioneren die op 11 maart 2011 was vastgesteld. Hij stelde dat de beoordeling niet in stand kon blijven omdat deze geen potentieel deel of uitspraak over de verwachte geschiktheid bevatte, zoals vereist in de uitvoeringsafspraken. De Raad oordeelde echter dat een potentieel beoordeling en/of een oordeel over de verwachte geschiktheid ook separaat kan worden vastgesteld. De Raad volgde de appellant niet in zijn standpunt, omdat hij geen gronden had aangevoerd tegen de beoordeling zelf. De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank voor zover het bezwaar niet-ontvankelijk was verklaard en verklaarde het beroep gegrond in dat opzicht. De Raad oordeelde dat het bezwaar van de appellant tijdig was ingediend en dat de niet-ontvankelijkverklaring onjuist was. De Raad veroordeelde de korpschef in de proceskosten van de appellant en bepaalde dat het betaalde griffierecht vergoed moest worden. De uitspraak benadrukt de noodzaak van correcte bekendmaking van besluiten en de rechten van ambtenaren in het kader van hun beoordeling en loopbaan.