ECLI:NL:CRVB:2016:1252
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake afwijzing aanvraag bijstandsverlening op basis van psychiatrische beperkingen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van het college van burgemeester en wethouders van Maastricht tegen een uitspraak van de rechtbank Limburg. De rechtbank had het beroep van betrokkene, die een aanvraag om bijstand had ingediend, gegrond verklaard. Betrokkene had zich op 11 december 2012 gemeld voor bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Na een melding dat betrokkene werkzaam zou zijn in de seksbranche, heeft de Sociale Recherche een onderzoek ingesteld. Dit leidde tot de afwijzing van de aanvraag door het college, omdat betrokkene niet aan de inlichtingenverplichting had voldaan. De rechtbank oordeelde echter dat betrokkene, gezien haar psychiatrische toestand, niet aan haar verklaringen kon worden gehouden en dat het college de aanvraag opnieuw moest beoordelen.
In hoger beroep heeft het college de uitspraak van de rechtbank bestreden. De Centrale Raad van Beroep heeft overwogen dat, volgens vaste rechtspraak, een betrokkene in het algemeen aan een ondertekende verklaring tegenover een sociaal rechercheur kan worden gehouden, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering rechtvaardigen. De Raad concludeert dat in dit geval geen dergelijke bijzondere omstandigheden aanwezig zijn. Het CIZ-rapport dat betrokkene in beroep heeft overgelegd, biedt onvoldoende aanleiding om haar niet aan haar eerdere verklaring te houden. De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van het college ongegrond.