ECLI:NL:CRVB:2015:988
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beperking van kennisneming in bestuursrechtelijke procedures met betrekking tot vertrouwelijke informatie
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. A.C.S. Grégoire, hoger beroep ingesteld tegen uitspraken van de rechtbank Limburg. De zaak betreft een verzoek van het college van burgemeester en wethouders van Stein om beperkte kennisneming van een vertrouwelijk stuk dat is ingediend in het kader van een aanbesteding voor hulp bij het huishouden. Het stuk, dat door het college als vertrouwelijk is aangemerkt, bevat bedrijfseconomische gegevens die door zorgaanbieders zijn verstrekt. Het college heeft aangevoerd dat openbaarmaking van deze gegevens niet verplicht is op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).
De Centrale Raad van Beroep heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het belang van appellante bij het in acht nemen van het verdedigingsbeginsel zwaarder weegt dan het belang van het college bij beperking van de kennisneming. De Raad heeft daarbij artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in samenhang met artikel 8:108 van de Awb toegepast. De Raad concludeert dat de gevraagde beperking van de kennisneming niet gerechtvaardigd is, en dat het stuk aan het college zal worden teruggezonden met de mogelijkheid om het opnieuw in te zenden.
De beslissing van de Raad benadrukt het belang van transparantie en het recht op een eerlijk proces in bestuursrechtelijke procedures, vooral wanneer vertrouwelijke informatie in het geding is. De Raad heeft ook opgemerkt dat de criteria van de Wob slechts een ondergrens vormen voor de beoordeling van verzoeken om geheimhouding.