In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. Appellante ontving vanaf 27 oktober 2011 algemene bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Tijdens een beëindigingsonderzoek door de gemeente Peel en Maas bleek dat appellante niet alle relevante informatie had verstrekt, waaronder het bestaan van twee bankrekeningen en haar inkomsten uit werk. Het college heeft appellante herhaaldelijk verzocht om deze informatie, maar zij heeft nagelaten hieraan te voldoen. Hierdoor kon het college niet vaststellen of appellante recht had op bijstand.
De rechtbank verklaarde het beroep van appellante tegen het besluit van het college ongegrond. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat zij alle benodigde documenten had overgelegd en dat de gevraagde bankgegevens niet relevant waren. Ook stelde zij dat het college willekeurig handelde en tekort schoot in haar zorgplicht. De Raad oordeelde echter dat appellante haar inlichtingenverplichting had geschonden, waardoor het college bevoegd was om de bijstand in te trekken en de gemaakte kosten terug te vorderen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep van appellante niet slaagde.