Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. Appellant, geboren in 1955, ontving sinds 25 september 2006 bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). In november 2011 ontving hij een bedrag van € 680,16 van de Stichting Bedrijfspensioenfonds Bakkersbedrijf in verband met de afkoop van zijn pensioen. Het college van burgemeester en wethouders van Groningen heeft appellant in oktober 2012 een schriftelijke waarschuwing gegeven omdat hij deze pensioenafkoop niet had gemeld, wat leidde tot een schending van de wettelijke inlichtingenverplichting. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar het college verklaarde deze bezwaren ongegrond.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat de besluitvorming niet zorgvuldig is geweest en dat hij niet op de hoogte was van zijn meldingsplicht. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat appellant redelijkerwijs had moeten begrijpen dat de ontvangst van de afkoopsom invloed had op zijn recht op bijstand. De Raad concludeert dat appellant zijn wettelijke verplichtingen niet is nagekomen en dat het college terecht een maatregel heeft opgelegd.
De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en wijst het verzoek van appellant om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met O.L.H.W.I. Korte als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op 24 maart 2015.