ECLI:NL:CRVB:2015:894
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.J. Schaap
- G.J. van Gendt
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van persoonsgebonden budget voor huishoudelijke hulp
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Appellante had een persoonsgebonden budget (pgb) aangevraagd voor huishoudelijke hulp, welke door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam was toegekend. Echter, na het indienen van de verantwoording voor het pgb, heeft het college het budget herzien naar € 0,- en een bedrag van € 3.469,44 teruggevorderd. Dit besluit was gebaseerd op de informatie dat haar neef, [S.], op 27 december 2010 naar Suriname was geëmigreerd, waardoor het niet aannemelijk werd geacht dat hij in 2011 huishoudelijke hulp had verleend.
De rechtbank heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, omdat zij niet had aangetoond dat [S.] daadwerkelijk de zorg had verleend. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat zij met bankafschriften en kwitanties had aangetoond dat [S.] haar had geholpen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt echter dat de overgelegde gegevens niet voldoende zijn om aan te tonen dat [S.] daadwerkelijk huishoudelijke hulp heeft verleend. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst de hoger beroepsgronden van appellante af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.