ECLI:NL:CRVB:2015:873
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.B.J. van der Ham
- E.C.R. Schut
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontheffing van arbeidsverplichtingen op basis van medische rapportage
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, die sinds 18 april 2008 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had verzocht om ontheffing van zijn arbeidsverplichtingen. Dit verzoek was gebaseerd op zijn medische situatie, waarvoor hij in 2012 een rapport had laten opstellen door Aob Compaz. Dit rapport concludeerde dat de appellant geen medische klachten had, maar wel psychische beperkingen die hem verhinderden om deel te nemen aan een werktraject. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam verleende de appellant ontheffing van zijn verplichtingen voor een jaar, maar de appellant was van mening dat deze ontheffing voor een langere periode had moeten zijn, namelijk vijf jaar.
De Raad heeft vastgesteld dat het college zijn beslissing om de appellant voor één jaar te ontheffen van zijn verplichtingen, terecht heeft gebaseerd op het rapport van Aob Compaz. De Raad heeft de argumenten van de appellant in hoger beroep verworpen, waarbij werd opgemerkt dat de vraag of er na een jaar een heronderzoek had moeten plaatsvinden, niet aan de orde was in dit geschil. De Raad heeft ook bevestigd dat de ontheffing van de arbeidsverplichtingen niet gelijkgesteld kan worden aan ondersteuning bij arbeidsinschakeling, en dat de appellant zelf actie had moeten ondernemen om ondersteuning te vragen.
De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met A.B.J. van der Ham als voorzitter en E.C.R. Schut en J.T.H. Zimmerman als leden, in aanwezigheid van griffier O.P.L. Hovens.