ECLI:NL:CRVB:2015:835
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- K.J. Kraan
- E.R. Eggeraat
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de weigering van een vaste aanstelling en de rol van bezuinigingsmaatregelen en werkaanbod in ambtenarenrecht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag ongegrond heeft verklaard. Appellant was tijdelijk aangesteld in de functie van [functie] bij de afdeling [afdeling] van de Dienst Stadsbeheer. De aanstelling was aanvankelijk voor een jaar, maar werd later verlengd met zeven maanden. Uiteindelijk heeft het college besloten de tijdelijke aanstelling niet te verlengen, met als argumenten een verminderd werkaanbod en bezuinigingsnoodzaak. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college heeft dit ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft in haar uitspraak bevestigd dat de eerdere beoordelingen van appellant, die later zijn ingetrokken, niet ten grondslag kunnen worden gelegd aan de beslissing om de proeftijdaanstelling niet te verlengen. De rechtbank heeft echter ook vastgesteld dat er bijzondere omstandigheden waren, zoals de noodzaak tot bezuinigingen en een verminderd werkaanbod, die het college in staat stelden om van de vaste aanstelling af te zien. Appellant heeft in hoger beroep betoogd dat de rechtbank niet op alle gronden is ingegaan, maar de Raad voor de Rechtspraak heeft geoordeeld dat de rechtbank niet tekort is geschoten in haar motiveringsplicht.
De Raad heeft de argumenten van appellant beoordeeld en geconcludeerd dat het college voldoende heeft aangetoond dat de beslissing om de proeftijdaanstelling niet om te zetten in een vaste aanstelling gerechtvaardigd was. De Raad heeft de eerdere uitspraken van de rechtbank en de Raad zelf bevestigd, waarbij is gesteld dat de bedoelingen van partijen en de omstandigheden van het werkaanbod bepalend zijn voor de beslissing over de aanstelling. De Raad heeft het hoger beroep van appellant afgewezen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd.