Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Gelderland. Verzoeker had een aanvraag om bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) ingediend, maar het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen heeft deze aanvraag afgewezen en het verleende voorschot van € 1.000,- teruggevorderd. De voorzieningenrechter van de rechtbank had eerder geoordeeld dat verzoeker niet aannemelijk had gemaakt dat hij feitelijk woonachtig was op het opgegeven adres in de periode van 3 december 2013 tot en met 27 maart 2014.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde het oordeel van de rechtbank. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoeker niet voldoende bewijs had geleverd voor zijn woonadres en dat de bevindingen van het huisbezoek en het buurtonderzoek niet in zijn voordeel spraken. Verzoeker had tijdens het huisbezoek inconsistenties in zijn verklaringen en er waren geen persoonlijke spullen aangetroffen die duidden op feitelijke bewoning. De verklaring van een buurtbewoonster die had verklaard dat verzoeker nooit op het adres verbleef, werd ook als geloofwaardig beschouwd.
De Raad oordeelde dat verzoeker zijn inlichtingenverplichting had geschonden, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. De Raad concludeerde dat er geen grond was voor een veroordeling in de proceskosten.