Uitspraak
5 april 2013, 12/4684 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
.
stuk - niet achterwege blijven.
niet-ontvankelijk diende te worden verklaard.
BESLISSING
J.R. van Ravenstein als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op
Centrale Raad van Beroep
Op 13 maart 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellante, die in hoger beroep ging tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar beroep door de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had geoordeeld dat het beroepschrift buiten de termijn van zes weken was ingediend en dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. Appellante, woonachtig in Spanje, stelde dat zij het bestreden besluit pas drie weken na verzending had ontvangen en dat het Uwv haar ook per e-mail had kunnen informeren. De Raad oordeelde echter dat de beroepstermijn ook voor appellante, die in het buitenland verblijft, zes weken bedraagt. Het bestreden besluit was op 2 augustus 2012 bekendgemaakt, waardoor de termijn voor het indienen van een beroepschrift op 3 augustus 2012 begon en eindigde op 13 september 2012. Het beroepschrift van appellante, gedateerd 18 september 2012, was dus te laat ingediend. De Raad concludeerde dat appellante niet had aangetoond dat de late ontvangst van het besluit een verschoonbare termijnoverschrijding rechtvaardigde. De enkele omstandigheid dat zij in Spanje woont, was onvoldoende. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.