ECLI:NL:CRVB:2015:739
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Beuker-Tilstra
- K.J. Kraan
- B. Barentsen
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige disciplinaire sanctie wegens plichtsverzuim en gelijkheidsbeginsel
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De appellant, werkzaam als [naam functie] bij de [naam P.I. A], had hoger beroep ingesteld tegen de disciplinaire sancties die hem waren opgelegd wegens plichtsverzuim. De minister van Veiligheid en Justitie had appellant voorwaardelijk strafontslag en overplaatsing opgelegd na een incident waarbij kleding van een gedetineerde was vernield. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de minister op juiste gronden had gehandeld, maar had de sancties onrechtmatig verklaard vanwege schending van het gelijkheidsbeginsel, aangezien een collega slechts een schriftelijke berisping had ontvangen voor vergelijkbaar gedrag.
De minister heeft in een nieuw besluit de sancties herroepen en volstaan met een schriftelijke berisping. Appellant had inmiddels ontslag op eigen verzoek genomen, waardoor de overplaatsing niet meer ongedaan kon worden gemaakt. De Raad oordeelde dat de minister niet onrechtmatig had gehandeld en dat de schade die appellant had geleden niet het gevolg was van de onrechtmatige besluiten, maar van zijn eigen handelen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij het verzoek om schadevergoeding en rectificatie in personeelsbladen werd afgewezen. De Raad concludeerde dat de minister gerechtvaardigd had opgetreden en dat de opgelegde sancties niet disproportioneel waren geweest.
De uitspraak benadrukt het belang van het gelijkheidsbeginsel in disciplinaire procedures en de noodzaak voor een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden bij het opleggen van sancties aan ambtenaren. De Raad bevestigde dat de minister niet aansprakelijk was voor de door appellant geleden schade, aangezien deze voortvloeide uit zijn eigen plichtsverzuim en niet uit de besluiten van de minister.