ECLI:NL:CRVB:2015:73
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Buiten behandelingstelling aanvraag bijstandsverlening op grond van onvoldoende gegevens
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellanten hadden op 5 november 2012 bijstand aangevraagd op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De afdeling Werkplein Den Haag Zuidwest verzocht hen om diverse gegevens, waaronder bankafschriften en bewijs van afwijzing van een studiebeurs. Ondanks herhaalde verzoeken om aanvullende informatie, hebben de appellanten niet tijdig de gevraagde gegevens ingeleverd. Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag heeft daarop de aanvraag met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) buiten behandeling gesteld.
De rechtbank heeft het beroep van de appellanten tegen dit besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep hebben de appellanten aangevoerd dat het college beschikte over de benodigde gegevens en dat zij niet in redelijkheid de aanvraag buiten behandeling hadden mogen stellen. De Raad heeft echter vastgesteld dat de appellanten niet alle gevraagde bankafschriften met saldobedragen hebben overgelegd binnen de gestelde termijn. De Raad oordeelde dat het college bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te stellen, omdat de verstrekte gegevens onvoldoende waren voor de beoordeling van de aanvraag.
De Raad heeft de gronden van de appellanten verworpen en bevestigd dat het college in redelijkheid van zijn bevoegdheid gebruik heeft kunnen maken. De uitspraak van de rechtbank is daarmee bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.